Van een huwelijk komt een huwelijk

31 mei 2010
Ik heb inmiddels al veel huwelijken meegemaakt. Van sobere inzegeningen in de kerk tot gospelachtige taferelen en van een eenvoudige standaard-30-minuten-huwelijksvoltrekking tot een huwelijk dat 1 dag na de huwelijksvoltrekking alweer ontbonden werd. Niet alle huwelijken blijven je bij. Maar het huwelijk dat wij afgelopen weekend bijwoonden is er zeker eentje die ons bij zal blijven. Het begon met de brief met de gebruikelijke informatie en verzoeken. Zoals het tijdig verschijnen bij de kerk en specifiek 's avonds op het feest in verband met de 'grande entree' van het bruidspaar. Maar ook de aanmoediging tot het dragen van een hoed en het nadrukkelijke verzoek om geen sketches of speeches te houden. Gewoon de gebruikelijke zaken zoals je die wel vaker tegenkomt. Tevens werd gevraagd om 's avonds in het wit met een vleugje fuchsia te verschijnen . Voor de dames en heren de kans om ook eens een keer, naast de bruid, in het wit te schitteren. Of zou de bruid dan wellicht niet in het wit verschijnen, maar in het fuchsia? Naar verluid was dat immers haar lievelingskleur. Zo waren we dus al weken van tevoren bezig om voor overdag en 's avonds de juiste outfit bij elkaar te verzamelen. Want ja, voor de vrouwen onder ons heel herkenbaar, niets is zo vervelend als under- dan wel overdressed te zijn. Voor de mannen een onzinnig iets ('hoezo speciale outfit? een net pak voor overdag en gympies voor 's avonds is toch prima?'). Zoals wel vaker het geval is hadden de vrouwen het weer bij het juiste eind en bleek onze druktemakerij niet voor niets te zijn geweest. Eenmaal aangekomen bij de kerk bleek iedereen er, net als wij, piekfijn uit te zien, niks under- dan wel overdressed. Gewoon precies goed.

Het was voor Lukas en mij weer een eerste huwelijk die we sinds lange tijd bijwoonden en dus ook wel emotioneel. Want juist tijdens zo'n inzegening realiseer je je hoe dicht geluk, ziekte, gezondheid en voor- en tegenspoed bij elkaar liggen. Wat voor de een geluk is, is voor de ander verdriet. Wat voor het ene stel de meest gelukkige en ongecompliceerde dag is van hun leven, is voor het andere stel een juist complexe dag doorspekt van wisselende emoties. Hoewel het nooit in me op zou komen, bleek de kerk deze dag een goede plek te zijn, om nog eens stil te staan bij al deze emoties. Na menig traantje te hebben weggepinkt en getuige te zijn geweest van de Maxima-traan van de bruid , waren we wel toe aan een borrel. In plaats van de bekende wachtrij om het bruidspaar te feliciteren of een roos in je handen houden totdat het bruidspaar jou heeft opgezocht, kregen we deze keer een flikkerend hartje opgespeld. De batterijen waren al bijna op toen wij tot slot het bruidspaar eindelijk onze gelukswensen konden overbrengen. Intussen hadden wij ook al gebruik gemaakt van de videozuil en voor hen een videoboodschap achtergelaten. Alvorens we naar het feest gingen, wilden ook wij nog even bijkomen van alle indrukken. Bovendien moesten we ons, natuurlijk, nog even omkleden. Geheel in stijl verschenen we in een villa aan de Loosdrechtse Plassen. En wederom troffen we iedereen, geheel volgens voorschrift, tot in de puntjes verzorgd. Dit keer iedereen in wit met een roze accent. En nu was het wachten op de bruid en de bruidegom, op hun 'grande entree'. En dan denk je natuurlijk al gauw aan hun entree met een boot. De muziek, zeg maar Miami Vice achtige beat, deed vermoeden dat ze met een speedboot zouden arriveren. Maar nee hoor, niet veel later hoorde we het ronken van een helikopter..... En jawel hoor, het bruidspaar maakte hun 'grande entree' met een helikopter. Onder luid gejoel werden ze ontvangen en was het feest geopend. De band, drank, het gezelschap en de mobiele snackmuur maakte het feestje compleet evenals het traditionele bruidsboeket werpen aan het einde van de avond. Voor de liefhebbers: het bruidsboeket heb ik niet gevangen. Desalniettemin hebben we zeker inspiratie opgedaan voor ons eigen huwelijk: we trouwen in select gezelschap in de tuin van Willem en Maxima, houden een borrel met bitterballen bij hun moeder en arriveren vervolgens met een F16 bij het Claus Party House in Hoofddorp. Ik kan niet wachten tot Lukas door z'n knieen gaat.

19 mei: Een jaar verder

19 mei 2010
Het is een jaar geleden. Een jaar geleden dat mijn leven volledig op z'n kop werd gezet. Een jaar geleden dat mij werd verteld dat ik kanker heb. Eierstokkanker met uitzaaiingen in een vergevorderd stadium. Ik dacht 'ach, ik heb kanker.... dat lossen ze wel even op, ze zijn al zo ver, dan ga ik wel aan de chemokuur'. Toen wist ik nog niet wat ik nu wel weet. Dat ik een hoge prijs heb moeten betalen om hier vandaag te staan. Om in leven te zijn, om het na te kunnen vertellen. Toen wist ik niet dat ik, een jaar verder, juist door deze ziekte, terecht zou komen op de Libelle Zomerweken. Ja, jullie zullen wel lachen. Wie gaat daar nu naartoe? Ik dus. Niet omdat ik me kan vereenzelvigen met de gemiddelde bezoeker (kort gepermanent koppie, platte schoenen, graaiend naar allerlei zalfjes, modeaccessoires en kookingrediƫnten tegen mooie ronde prijzen). Maar juist om me meer toe te gaan leggen op het schrijven van columns. Mijn collega Jeanette attendeerde me op de workshop column schrijven bij de Libelle Zomerweek. Zij is (net als Carsten) al vanaf het eerste uur fan van mijn weblog en mijn schrijfstijl en stimuleert mij dagelijks om hiermee verder te gaan. In het kader van 'Denk een sprong vooruit', een loopbaan programma uitgerold door onze werkgever, kan dat natuurlijk ook helemaal geen kwaad. Bovendien heb ik gemerkt dat ik schrijven leuk vind. En dus selecteerde ik een van mijn columns om in aanmerking te komen voor deelname aan de workshop. Tot mijn verrassing werd ik uit de vele inzendingen door Tineke Beishuizen (al sinds jaar en dag columniste bij de Libelle) geselecteerd om deel te nemen aan een workshop. Ik besloot mijn moeder mee te nemen. Om de tijd tot de workshop te doden deden we wat iedereen daar deed. Slenteren en als een kip zonder kop naar een kraam op het moment dat er iets leuks viel te zien of te kopen. Ondertussen struikelend over de trekkarretjes om vervolgens met bont en blauwe armen van de stotende ellebogen met uitpuilende tassen aan te komen op de bestemming. Er waren zo'n 9 genodigden. Hoe geweldig is dat als je tot die 9 behoort? Totdat Tineke bij aanvang van de workshop vermeldde dat er zo'n 140 lucky bastards waren uitgenodigd gedurende de hele week. Nu moest ik met 139 anderen concurreren om mijn column in de Libelle geplaatst te zien worden! Dat beloofde pittig te worden. Na enkele tips en de mededeling dat het moeilijk is om columnist te worden omdat columnisten over het algemeen lang op hun plek blijven zitten, ging ik aan de slag met de opdracht. Helaas hadden we niet al teveel tijd om de opdracht te behandelen, maar de tips van Tineke waren zeer nuttig. Met een A-4-tje vol met tips en een illusie armer over mijn toekomst als columnist bij de Libelle (Tineke blijft waarschijnlijk nog lang Anne-Wil schrijven) keer ik weer terug naar mijn alledaagse bestaan. Piekerend over mijn leven, mijn leven met en mijn leven zonder kanker, niet wetende of het ooit terug zal komen en overspoeld door de eeuwige achtbaan van emoties. Ik besef me, nog meer dan de dagen ervoor, dat er precies een jaar voorbij is. De radio gaat een tandje harder. Er biggelen tranen over mijn wangen. Hoe bizar is dit? Als ik geen kanker had gehad, was ik nooit met schrijven begonnen en had ik de workshop nooit gevolgd. Ik heb liever geen kanker, maar ik had dit ook voor geen goud willen missen. Misschien heeft het ziek zijn me inderdaad iets gebracht. Een ding is zeker, ik ben een jaar verder, het heeft me in ieder geval een jaar erbij gebracht!

Als de dood

6 mei 2010
Enkele weken geleden viel mijn oog op een recensie van het toneelstuk 'Als de dood' met Rene Soutendijk. Een toneelstuk over een vrouw met eierstokkanker die uiteindelijk daaraan zal overlijden. Die moest ik natuurlijk zien. Dus boekte ik de kaartjes via een online ticketshop om later tot de ontdekking te komen dat je veel te veel hebt betaald. Maar goed, dat zou mijn bezoek aan het theater niet in de weg moeten staan. Ik was weliswaar nog maar krap een week uit het ziekenhuis en had inmiddels al een Nick & Simon concert en een rommelmarkt met live muziek aan me voorbij moeten laten gaan, ik was deze keer vastbesloten om te gaan. Enkele dagen voor de voorstelling ontving ik nog een brief dat er een actie liep '2 kaarten voor de prijs van 1' en dat ze die mij ook niet wilden onthouden. Kortom, ik mocht nog twee gratis tickets op komen halen. Blijkbaar wilde niemand naar het toneelstuk. Niet zo gek natuurlijk. Want wie wil er nu gaan kijken naar een vrouw die ziek is en ook nog doodgaat. Nee, dan kun je je wel wat leukers bedenken om er een gezellige zaterdagavond van te maken. 'Ik hou van Holland' is dan ineens een veel leuker alternatief. Ik liet me er niet door weerhouden en nodigde mijn moeder en vriendin E ook uit. En zo gingen wij opgewekt naar Amersfoort om Rene te aanschouwen als een kaalgeschoren kankerpatiƫnt. Een bijzonder toneelstuk waarin een professor in de literatuur wordt neergezet, die niet anders gewend is dan alles vanuit de ratio te beredeneren (en daardoor geen gevoel voor wat dan ook meer kent). Totdat ze hoort dat ze kanker heeft en doodgaat en merkt dat ze bang is, bang voor de dood... He mooie eraan is dat er een parallel wordt getrokken met de medische wetenschap en de wijze waarop ze behandeld wordt door haar artsen. Niet als mens, maar als voorwerp van de medische wetenschap... eigenlijk zoals zij zelf ook was geworden. Veel herkenning vond ik in het stuk, maar niet echt confronterend. Herkenning van hoe het gaat in een ziekenhuis en hoe je benaderd wordt door artsen en verpleging, maar ook herkenning hoe je omgaat met het thema 'dood'. Was 'doodgaan' nooit een issue voor mij, sinds het laatste jaar ben ik er veel mee bezig (geweest). Niet alleen in praktische zin (mijn testament regelen, de keuze maken of je begraven of gecremeerd wilt worden, koffie en cake erbij of juist een borrel, mijn adressenlijst van familie en vrienden updaten) maar ook met mijn gevoel. Ik wil(de) nog helemaal niet dood. Dan zou Lukas alleen komen te staan en wat als hij dan weer iemand anders zou ontmoeten? Zou ik dan vergeten worden? Want als ik vergeten zou worden, dan pas zou ik echt dood zijn. En daar ben ik bang voor. Soms denk ik wel eens dat het makkelijker is om te weten dat het weer terug is en dat je dus uiteindelijk er dood aan gaat. Dan is het tenminste duidelijk. Dan kun je daar naartoe werken. Dan is er geen onzekerheid meer. Die onzekerheid waarin ik dagelijks leef en waarmee ik moet zien te leven. Wat je onrustig en razend tegelijkertijd maakt. Maar dan bedenk ik me weer 'ik wil nog niet dood', 'ik ben nog helemaal niet klaar met dit leven' en 'ik wil nog die reis naar Amerika en die nieuwe keuken', bovendien 'wil ik de volgende jaren ook nog met Lukas samen doorbrengen' en 'ik ben er helemaal niet aan toe dat hij alleen zonder mij verdergaat'. Ja, ook ik ben 'als de dood'. Inmiddels ben ik bijna een jaar verder. Het was op z'n zachtst gezegd een klote jaar. Maar al heeft de dood aan mij getrokken en al lijkt die soms aantrekkelijker: ik leef en ik ben vastbesloten het volgende jaar er nog steeds te zijn.