Een truffelhond

30 juni 2010
Ooit wel eens een truffel gegeten? Zo'n geval dat een kruising lijkt te zijn tussen aan aardappel, een avocado, een noot en een champignon? Die groeien op Italiaanse en Franse gronden bij een eik en die met behulp van speciale speurvarkens - of honden kunnen worden opgespoord? Waar je een godsvermogen voor betaalt? Ik eet ze niet dagelijks en kan me niet herinneren wanneer ik ze voor het laatst heb gegeten, behalve tijdens onze vakantie in Frankrijk. Het is voor ons in ieder geval niet een ingredient die op mijn wekelijkse boodschappenlijst staat. Cahors en omgeving staan bekend om zijn truffels, zomer- en wintertruffels. Wat het verschil is weet ik niet, maar het verschil bestaat. Op markten word je ermee 'doodgegooid'. Het zou me trouwens niets verbazen als dat ook echt zou kunnen, aangezien de truffel best een harde schil heeft. Enfin, zo liepen wij dus op een markt in Montcuq waar ons oog viel op een foldertje 'Chien de truffe; champion de France'. Daar wilden we natuurlijk het fijne van weten. We kwamen in contact met een breed glimlachende man waarvan zijn kunstgebit te breed was voor zijn kaak. Zijn truffel geheimen wilde hij niet prijsgeven maar we waren zeker welkom op zijn truffelboerderij. De volgende dag dus op pad naar de boerderij. Ik weet niet wat ik had verwacht. Maar dit was alles behalve wat ik had verwacht. Een boerderij kon je het niet noemen. Het was meer een schmutzig huis, waarin alles te vies om aan te raken was. Zowel binnen als buiten was het een vieze beestenbende met wel dertig honden, waaronder de champion de France, kakkende ganzen, een fret, vieze duiven en een oude roestende caravan. Temidden van alle rotzooi konden we nog een splinternieuwe BMW onderscheiden. Blijkbaar is de truffelhandel een gouden business..... Al springend om de poep te omzeilen gingen we het huis binnen om truffelolie en truffels te kopen. En dat was vermoedelijk doorslaggevend voor onze truffelboer: we mochten zien hoe de champion de France truffels opspoort! En zo liepen we in ganzenpas naar de trainingsvelden. En ja hoor, hij was nog niet in het trainingsveld of de champion de France vond de eerste truffel al. Al gauw werd het me duidelijk. Het was niets meer dan het toepassen van de Martin Gaus methode op de hond. En ik kon het weten omdat ik me net aan het verdiepen was in die methode om ons voor te bereiden op de komst van Senna (een bruine labrador, vernoemd naar de bekende autocoureur, die inmiddels bij ons is komen wonen). Dus je begrijpt al wat ik met onze Senna ga doen: ik ga van hem de eerste champion de truffe de Pays-Bas maken. Alleen eerst nog even zorgen dat hij zindelijk wordt en luistert.

Une tour de brocante

23 juni 2010
Ik ga eigenlijk nooit naar rommelmarkten. Behalve met Koninginnedag. Ik vind het heerlijk dat het fenomeen bestaat, vooral als hetin mijn eigen straat plaatsvindt en ik weer van mijn zooi af kan komen. Maar actief rommelmarkten afstruinen op zoek naar dat ene schaaltje of die mooie spiegel, nee, nooit gedaan. Tot vorige week. In plaats van in de zon op mijn luie reet aan het zwembad liggen, nog nagenietend van een goede uitslag van mijn tumorwaarden, werd het een wat actievere vakantie. De zon bleef uit. Mijn bikini in de koffer. Dus tijd voor het bezichtigen van typische rustieke Franse stadjes en dorpjes, een bezoek aan een echte truffelboer en een tour de brocante. Dat eerste heeft iedereen wel een voorstelling bij. Het bezoek aan de truffelboer was zo hilarisch dat ik daar een andere keer op terugkom. En de tour de brocante, ja, dat is voor de liefhebber van kitscherige mogelijk antieke kopjes, borden, stoelen, banken, tafels, spiegels uit grootmoeders tijd. In Frankrijk vind je in ieder stadje of dorpje wel een brocante. Winkeltjes, loodsen of schuren volgestouwd met tweedehands meuk of met keurig uitgestald antiek ogende waar. Nu was ik toevallig op zoek naar een stoeltje en barokke poten voor onder een chaise longue. Dus toen de heren besloten zich voor de buis te installeren om het WK op de voet te kunnen volgen, besloten de dames een tour de brocante te gaan maken. Grote kans dat ik tijdens deze tour mijn gewenste stoel zou kunnen vinden. En zo gingen we op pad. We lieten de tom tom ons naar de juiste locatie brengen, alhoewel dit niet altijd even goed ging. Ofwel omdat de meest recente software ontbrak om de juiste straat te kunnen vinden ofwel doordat de betreffende brocante opgedoekt was. Maar we lieten ons niet uit het veld slaan en werkten ons lijstje van te bezoeken brocantes af al snuffelend tussen alle waar, op zoek naar dat ene leuke kopje, bordje, de brocante poten of die ene stoel. Begon ik eerst nog voorzichtig. Bij de laatste brocante, de grootste van de regio, had ik het, net als de overige dames, helemaal te pakken. Ookal stond alles schots en scheef opgestapeld, was er nauwelijks licht en moest ik me een weg banen door de meest afzichtelijke meubels verspreid over 3 verschillende schuren en een loods, we vonden wat ik zocht. Met mijn haar nog onder de stofnesten inspecteerde ik triomfantelijk mijn gescoorde waar. Roze en delftsblauwe bordjes, brocante poten voor onder de chaise longue, een mooie barokachtige stoel en zelfs een spiegel. En dat voor een habbekrats. Ja, en nu zul je je afvragen wat ik er mee ga doen. Want wie wil er nu die zooi hebben? Ik dus. Voor mijn eigen boudoir, mijn atelier, mijn meidenkamer. Lukas wil namelijk een zijn eigen 'nerd room', dus ik mijn eigen meidenkamer. En als het een meidenkamer wordt, dan ook echt een meidenkamer. Met tierlantijnen, veel roze en witte spulletjes en natuurlijk een theehoekje. De eerste aanzet is gedaan. Nu nog de gekochte waar opknappen, een likje verf geven en de stoel met een leuke stof stofferen. Ja, als je mij nu vraagt waar ik gelukkig van word. Van een tour de brocante en mijn meidenkamer! Misschien moest ik maar eens vaker naar een rommelmarkt gaan.